Altijd stond hij voor ieder klaar,
zonder een spoor van tegenzin of klagen.
Niets was hem teveel en niets te zwaar,
totdat zijn Heer en Herder hem kwam vragen.
Ook nu zei hij geen néé, hij was bereid,
't was of hij zich op deze roep verheugde.
Hij was er klaar voor, want het was zijn tijd,
God heeft hem warm ontvangen in zijn vreugde.